Gekscherend kun je zeggen dat de ridders uit de middeleeuwen ons het slechte voorbeeld gaven. Zij gingen in harnas de weg op. En wij gaan een millennium later ook geharnast de weg op, want we vervoeren ons in blik op vier wielen. Die ridders hadden een duidelijke reden voor hun ijzeren maatpak.
In de strijd wilden ze niet te snel gewond raken, vandaar de helm, de schouderstukken en de beenkappen. Wij hebben tegenwoordig met ons verrijdbare ijzeren harnas een heel ander doel dan vechten, namelijk van A naar B rijden.
Gaspedaal of fietspedalen
Dat kan dus ook op een paard. Of zoals in de lage landen heel gewoon, op een ijzeren paard. De fiets, dus. Waarom krijgt de auto toch nog zo vaak de voorkeur boven de fiets? De afstand, wordt dan gezegd. Je woont lekker in het groen en werkt overdag in de stad. Om die afstand te overbruggen, snel zo’n 30 km of meer, heb je wel een auto nodig. Want zo’n afstand ga je dagelijks niet ‘befietsen’.
Punt hier is dat het eigenlijk andersom is. Je bent ver weg gaan wonen in het groen en werken in de stad omdat de auto dat mogelijk maakte. Ook wordt gewezen naar het beroemde Nederlandse weer: regenbuien en wind tegen. Dat weer is geen aanbeveling voor dagelijkse, ontspannen fietstochtjes.
Het pijnpunt van een auto
Maar de auto is niet het allemansvriendje in alle opzichten. Een flinke tankbeurt doet je dat beseffen. En een snelweg met mooi rijdend asfalt wordt een soort parkeerterrein als je weer eens in de file staat. Stressmomenten bij op- en afgaan van wegen, hectisch stuurvermogen in smalle binnensteden, de zaterdagochtend bij de wasserette en de APK-keuring geven je blikken vierwieler al minder glorie.
Daar komen nog de facturen bij van je autoverzekering, de wegenbelasting en het groot onderhoud. Alleen van die rekeningen kun je al een goede e-bike aanschaffen!
De groene route
Dus weg met die stress, die torenhoge autorekeningen, de frustratie van te volle wegen. Stap uit die auto en op de fiets. Blijf als je dat wilt ‘groen’ wonen maar pas de afstand tussen wonen en werken aan tot fietsbare afstanden. Tien kilometer buiten de stad zijn genoeg leuke plekjes om te wonen.
Je bent dan zonder auto een kwartiertje langer onderweg? Nou en, dat betekent elke dag weer een kans om freewheelend te genieten van de buitenlucht. Je trapt gezond voort en ziet veel meer dan in je auto. Zo kom je peddelend op je ijzeren paardje ontspannen thuis.
Op een gegeven moment heb je je vaste route naar eigen genoegen bijgewerkt om net dat ene leuke laantje erbij te nemen. Of die paar honderd meter om te rijden om door dat pittoreske dorpje te fietsen.
Een goede combi: openbaar vervoer en fiets
We hadden het net over dertig kilometer of meer tussen wonen en werken. Ook dan kun je nog steeds voor de fiets kiezen. Nu in combinatie met openbaar vervoer. Het Nederlandse spoor is fijnmazig als je het vergelijkt met landen als bijvoorbeeld Frankrijk. Zeker in de randstad en directe omgeving. Daar rijden treinen met de frequentie van de metro! Werk je in een grote stad? Dan vouwfiets je naar een NS-station, neemt de fiets mee naar de stad en ontvouwt die weer vanaf het stadsstation naar je werk. Vouwfietsen zijn al lang niet meer ouderwets, er zijn ook fraaie vouwmodellen van mountainbikes te koop.
Lege luchtbanden
De notoire automobilist blijft protesteren en haalt elk detail aan om toch maar gas- en rempedaal te blijven gebruiken. ‘Nou,’ zeggen ze, ‘ik heb gehoord dat je snel een lekke band hebt met een fiets. Daar sta je dan in the middle of nowhere en wie gaat die band plakken? Een argument dat ook geen steek houdt, natuurlijk.
Zo vaak heb je geen lekke band. En als je daar te panisch voor bent, dan koop je gewoon twee fietsbanden die niet kunnen lekken. Speciale lekbestendige banden zijn wel wat duurder dan gewone buitenbanden, maar de kans dat je een lekke band krijgt is dan echt miniem geworden.
Goed voor milieu, nog beter voor jezelf
Dus stap uit die auto en op de fiets. Zeker als je lifestyle een eenvoudig leven gebiedt. Eenvoud is ook aandacht voor de natuur. De CO2-uitstoot van de fietser is niets, zelfs vergeleken met een elektrische auto. De duurzaamheid versterk je, milieubelasting verminder je. En dat voelt goed. Je bent niet alleen natuurvriendelijk en milieubewust bezig, je beweegt ook veel meer. Ook al race je niet voluit, ook gewoon fietsen is gezond en wel hierom:
- je voorkomt ziektes (vooral hart- en vaatziekten)
- je brengt je stresslevel omlaag (fietsen is endorfine en serotine bevorderend)
- je slaapt na het fietsen beter
- je beperkt of vermindert je overgewicht (een uurtje fietsen scheelt 600 calorieën)
- je verbetert bloedtoevoer naar je hersenen
- je spieren worden sterker (positief effect op je conditie)
- je gevoel van vrijheid versterkt (al fietsend ‘onthaast’ je)
Zet dit eens tegenover de problemen die jij en je lichaam ervaren als je geregeld autorijdt:
- veel stress
- hoge bloeddruk (vooral als je overgewicht hebt)
- spierpijn
- maag- en darmklachten
- asociaal gedrag
- frustratie tijdens drukte
Een gezond lichaam vraagt dus van nature al om de fiets en laat de auto liever links liggen.
Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats
Automobilisten blijven hameren op de grootste winst die ze zien als ze gemotoriseerd rijden in plaats van op een rijwiel klimmen: tijd, tijd en nog eens tijd.
En juist hun sterkste argument kan de prullenbak in. Reken maar even mee. Onderzoekers hebben geconcludeerd dat fietsers langer leven. Voor elk gefietst uurtje, krijg je er een uur ‘gratis’ bij.
Een automobilist claimt dat hij sneller bij zijn doel is en daardoor wat tijd overhoudt. De fietser weet dat elke minuut die hij fietst, er een extra minuut aan z’n leven wordt toegevoegd! Nog een tweede punt om de zogenaamde tijdwinst van de automobilist te ontkrachten: het kost hem veel meer tijd om zijn auto op de weg te houden dan de fietser.
De autorijder moet namelijk tijd steken in werken voor geld; geld dat opgaat aan de auto. De fietser is behalve een klein beetje onderhoud niets kwijt aan zijn fiets. Er is geen fietstankstation, er zijn geen fietswegenbelastingen. De gemiddelde Nederlander werkt bijna een dag per week om zijn of haar auto te kunnen gebruiken. Dat zijn ca. 360 uren per jaar. En dat is dus geen tijdwinst, maar ernstig tijdverlies.